De Franse kunstschilder André Lhote was een belangrijk exponent van het modernisme, meer bepaald de stroming van het kubisme.
André Lhote ging na het behalen van zijn lagere schooldiploma al in de leer in een houtbewerkingsatelier. Vervolgens studeerde hij beeldhouwkunst aan de kunstacademie in Bordeaux, maar legde zich al snel toe op schilderkunst. In 1905 trok hij naar Parijs, waar hij onder invloed kwam van het werk van Paul Gauguin en Paul Cézanne. Later vond hij zijn roeping bij het kubisme en fauvisme. De Franse kunstschilder was lid van de kunstenaarsvereniging Section d’or. Andere leden van de groep waren onder meer Raymond Duchamp-Villon, Marcel Duchamp, Francis Picabio en Fernand Léger. Lesgeven heeft altijd een grote plaats ingenomen in de carrière van André Lhote. Tussen 1915 en 1916 doceerde hij aan verschillende academies. In 1925 richtte hij de Académie André Lhote op dat gelegen was vlakbij het station van Montparnasse. Een aanzienlijk aantal kunstschilders van over de hele wereld kwam luisteren naar de leraar wiens onderwijsvaardigheden, volgens de kunsthistoricus René Huyghe, vergelijkbaar waren met ‘een zingende sirene’. André Lhote weigerde zichzelf als een leraar te beschouwen, maar eerder als een kunstschilder die op zoek was naar de universele wetten van de schilderkunst, met de hulp van andere kunstschilders. Een belangrijke leerling van André Lhote is de Hongaars-Nederlandse kunstenaar Sárika Góth.
