Oud meester Abraham van Diepenbeeck (1596-1675) was een glasschilder, schilder en tekenaar, die tevens ook een sterke artistieke band had met Rubens. Zijn mythologische en historische werken kennen op vele vlakken gelijkenissen met de antieke schilderijen van old master Peter Paul Rubens. Zijn vader, Jan van Diepenbeeck, was ook een kunstschilder.
Vroeg in zijn carrière schilderde Abraham van Diepenbeeck vooral kerkramen, maar na een reis naar Italië zal hij ook tot antieke schilderijen in olieverf en tekeningen geïnspireerd raken. Hij wordt lid van de Sint-Lucasgilde in 1638 en wordt directeur van de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten in 1641. Ook in Engeland was van Diepenbeeck actief: hij schilderde onder Karel I en maakte (gezins-)portretten voor de hertog van Newcastle.
Er bestaat veel twijfel in de literatuur over oud meester Abraham Van Diepenbeeck hoe de vork juist aan de steel zat bij de samenwerking tussen Peter Paul Rubens en de 17de-eeuwse kunstenaar. Sommige bronnen gaan ervan uit dat de artistieke relatie er louter een was van leerling-leermeester, maar andere bronnen gaan verder dan dat: ze suggereren een intense samenwerking tussen de oude meesters, waarbij Van Diepenbeeck een assistent zou geweest zijn. Sommige 17de-eeuwse schilderijen werden tevens door beide kunstenaars gesigneerd, dus kan van een samenwerking worden uitgegaan.
Auteurschap was in de 16de en 17de eeuw helemaal niet zoals we het kennen vandaag. Toen ging het vaker om samenwerkingen en kwam het er eigelijk niet zo nauw op aan wie de uitvoering van het antieke schilderij deed. Een kunstenaar zoals Rubens had een groot atelier, waarin vele assistenten en leerlingen aan de slag waren. Het volledige atelier kon meewerken aan een schilderij, zowel in voorbereiden van de drager, het ontwerp of de uitvoering.
