Rococo

De kunststroming ‘rococo’ kende haar opkomst rond 1700 in Frankrijk. Tot aan de Franse Revolutie blijft de stijl doorleven. Ook elders in Europa kwam de rococostijl tot volle ontwikkeling, zoals in de toenmalige Duitse vorstendommen, Italië en Oostenrijk. In Engeland had de stijl minder succes. De naam ‘rococo’ is afkomstig van rocaille en coquille, naar de schelpvormige motieven die voorkwamen in bijvoorbeeld de meubelkunst en de architectuur destijds. De thema’s van de antieke schilderijen uit de rococo-periode zijn vaak luchtig, al zijn de taferelen vaak minder oppervlakkig dan ze op het eerste zicht lijken. De antieke schilders uit de rococoperiode gebruikten in hun oude schilderijen vaak pasteltinten.

Enkele van de meest bekende oude meesters uit de rococo-periode zijn François Boucher (1703-1770), Jean Honoré Fragonard (1732-1806) en Elisabeth Vigée-Lebrun (1755-1842).

Oude meesters schilderij schatten