Oude meesters bij de Antwerpse school

De ‘Antwerpse School’ wordt gebruikt om schilders actief in Antwerpen tijdens de periode van de 16de en 17de eeuw te benoemen. Antwerpen werd gedurende de 16de eeuw het economisch centrum van de Nederlanden, wat ook welvaart in de kunst betekende. Kunstenaars werden oud meester bij de Sint-Lucasgilde, waar ze eerst een opleiding moesten volgen, waarna ze hun beroep mochten uitoefenen in de stad van Antwerpen. De beeldenstorm in 1566, waarbij veel antieke schilderijen vernietigd werden, zorgde voor een economische terugval. In de 17de eeuw kwam er een vernieuwing in de kunst, waarbij Antwerpen het centrum werd van de Vlaamse barokschilderkunst, maar dit kon de terugval niet stoppen. Tegen het einde van de 17de eeuw verloor Antwerpen zijn titel van kunstcentrum. Bekende old masters van deze Antwerpse School, waren onder andere Pieter Brueghel de Oudere, Pieter Boel, Jacob Jordaens en David Teniers II.