Genreschilderkunst

Een groot deel van de antieke schilderijen van oude meesters bestaat uit zogenaamde genreschilderkunst. De term genrestuk of genretafereel, soms ook wel petit genre genoemd als tegenhanger van historieschilderkunst of grand genre, verwijst naar kleinschalige voorstellingen van gewone mensen en alledaagse activiteiten. Zo zijn er huiskamer- en salontaferelen, keukenscènes, markten, kroegen en herbergen, diverse beroepen… De afgebeelde personen zijn vaak anoniem, omdat de handeling of de gebeurtenis als onderwerp geldt en niet de geportretteerde. De genreschilderkunst vindt haar oorsprong in de 16e-eeuwse schilderijen van Pieter Bruegel de Oude, hoewel er oudere afbeeldingen bestaan die ook onder deze noemer geclassificeerd zouden kunnen worden. De grootste bloeiperiode van deze kunst valt in de Nederlandse Gouden Eeuw en de periode van de Vlaamse barok, een tijdvak dat ongeveer samenvalt met de 17e eeuw.

Oude meesters gespecialiseerd in genrekunst waren onder andere Pieter de Hooch, Johannes Vermeer, Gerrit Dou, Jan Steen en de broers Adriaan en Isaac van Ostade. In de Zuidelijke Nederlanden kennen we David Teniers II en Adriaen Brouwer. Dirck Hals is een voorname figuur in het subgenre van de zogenaamde vrolijke gezelschapjes. 17e-eeuwse genrestukken uit de Nederlanden bevatten opmerkelijk vaak een verborgen morele boodschap: door enkele niet toevallig gekozen attributen verandert de Slapende oude vrouw van Nicolaes Maes in een aanmaning tot ijver en devotie.