Galerie Georges Giroux

Henri Matisse, Paul Signac, Odilon Redon, Rik Wouters, Georges Lemmen, James Ensor, Georges Minne, René Magritte, Auguste Rodin, Henri de Toulouse-Lautrec, Anna Boch, Félicien Rops, Léon Spilliaert, Wassily Kandinsky, Kees van Dongen, et cetera, het leest als een indrukwekkende overzichtstentoonstelling, maar is in werkelijkheid een kleine greep uit de grote groep kunstenaars die de Brusselse Galerij Georges Giroux over de jaren heen representeerde. De ontstaansgeschiedenis van deze galerij en het daarmee gepaard gaande succes is die van een echte “collector-turned-dealer”. Antoine Philibert Giroux, beter bekend als George Giroux, werd in 1862 in het Franse Mâcon geboren. Hij trok naar Brussel waar hij samen met zijn vrouw, een kledingontwerpster, een succesvolle modewinkel opende. Gesteund door zijn buurman en kunstkenner Jean-François Elslander, begon het koppel Giroux eigentijdse kunst te verzamelen. Zo raakten ze al doende verweven met de Brusselse kunstscene. Uit deze contacten met kunstenaars, kunstkenners en medeverzamelaars groeide het idee om zelf een galerij te starten. Wat dan ook gebeurde. In 1912 opende het koppel Galerie Georges Giroux, vaak voorgesteld met de krachtige afkorting “GGG”. De modezaak bleef bestaan en gaf hen de financiële slagkracht om de galerij, waar niet elke tentoonstelling een even groot financieel succes was, te beschermen. GGG vertegenwoordigde in zijn bijna 50 jaar bestaan een indrukwekkende selectie Belgische, maar ook veel internationale kunstenaars uit allerhande artistieke stromingen. In 1912 toonden ze het werk van Italiaanse futuristen zoals Filippo Marinetti. In 1921 brachten ze dan weer “scènes de la vie du Christ” uit, een litho album van James Ensor. Ook na de dood van George Giroux in 1923, bleef de galerij actief onder het leiderschap van mevrouw Giroux en later een neef, Georges Willems. Meer dan 80 jaar na de sluiting blijft de naam Georges Giroux nog steeds een begrip in de kunstwereld.