De Koninklijke Academie der Schone Kunsten van Antwerpen en hun band met de Sint-Lucasgilde

De Koninklijke Academie der Schone Kunsten werd na de Tachtigjarige Oorlog opgericht te Antwerpen door onder meer oud meester Theodoor Boeyermans en David Teniers de Jonge, oud-deken van de Antwerpse Sint-Lucasgilde. Het doel van de oprichting van deze Academie was om de Antwerpse kunst, en zo ook de Antwerpse Sint-Lucasgilde, terug naar een hoger niveau te tillen, onder meer door praktische kunstopleidingen te voorzien. Oude meesters als Jacob Jordaens en verschillende verzamelaars schonken geregeld antieke schilderijen aan de Sint-Lucasgilde, deze dienden als voorbeelden voor de leerlingen.

Oude meesters schilderij schatten

Tot omstreeks 1741 verzorgde de Antwerpse Sint-Lucasgilde het bestuur van de Academie, waarbij leden als Artus Quellin, Gonzales Coques en Ambrosius Brueghel de rol van leermeester zouden innemen. De collectie kunstwerken van de Sint-Lucasgilde werd uiteindelijk overgeleverd aan de Koninklijke Academie der Schone Kunsten.